Na mijn werk in Hoofddorp blijf ik nog even naar de kerstparade kijken. In de menigte spot ik een oud-collegaatje van een paar jaar geleden. Een kind van Joris’ leeftijd springt om haar heen. In de wagen een ogenschijnlijk gezonde wolk van een baby. “Wat een rijkdom hè”, zegt ze lachend. Hoe oud is jouw jongste? Goh, dan gaat hij ook alweer bijna naar school…” Ik vertel haar maar niet dat wij twijfelen tussen speciaal onderwijs of een orthopedagogisch dagcentrum. In mij ontwaakt een groen monster. Een groen drakenmonster. Waarom zij wel en ik niet? Waarom schijnbaar de hele wereld wel en ik niet?
Als ik thuiskom, word ik uitbundig begroet door een vrolijk mannetje dat kraait en lacht als hij mij ziet. “ik ben het, mama”, lijkt hij te zeggen. “Ik hoor bij jou, is het niet geweldig?”. Deze lieve kleine held. Joris, die zijn naam eer aan doet, slaat in 1 x met zijn vrolijke schaterlach de draak in mij dood!