Het sprookje van de geboorte van Joris en de draak

1 maart 2012

Het is in de nacht van 12 augustus 2008. Hoog boven in de diepblauwe lucht bezaaid met flonkerende sterren zweeft een klein jongetje op de rug van een draak. Het is geen gewoon jongetje, maar een heel bijzonder jongetje. Hij is enig in zijn soort en daarom is hij een kleine prins. De draak waarop hij zit is ook geen gewone draak. Het is een vriendelijke wijze draak. De draak van vertrouwen die alle draken van angst heeft verslagen. “Kom”, zegt de draak, “Het is tijd. Tijd om geboren te worden”.  De kleine prins zucht. Hij zweeft zo lekker op de rug van de draak. Hij vliegt zo licht en zo snel. Hij kan zoveel in dit land van dromen en onbeperkte mogelijkheden.  De draak wijst naar de moeder van de kleine prins, die ligt te slapen, daar ver weg op aarde.  Haar handen rusten liefdevol op haar bolle buik en ze droomt mooie dromen.  De kleine prins kijkt ernaar. Hij ziet een babyjongetje dat brabbelt en door de kamer kruipt, een klein jongetje dat vrolijk door de plassen stampt en tikkertje speelt met zijn zusje, hij ziet een jongen die naar school fietst, zijn hoofd in de wind en zijn rugtas nonchalant om zijn schouder geslagen. Hij ziet een jongen die drie koppen groter is dan zijn moeder en haar plagend optilt. De kleine prins zucht nog eens. “Daar kan ik helemaal niet aan voldoen”.  De draak glimlacht en zegt. “Misschien niet, maar je zult haar nog verbazen.  Want hoewel je beperkt bent op aarde, zullen je mogelijkheden ongekend zijn.  Je kunt misschien geen studie volgen, maar toch zul je veel wijsheid brengen. Je kunt misschien niet lopen, maar je zult alle zintuigen prikkelen. Je ogen zijn van het mooiste blauw en je zult haar blikveld verruimen. Je lijf is misschien beperkt, maar je zult je moeder knuffelen, zoals geen ander kind dat kan. Intens, met je hoofd op haar schouder. Je overtreft haar verwachtingen en ze zal er van genieten”.  De kleine prins lijkt al wat minder ongerust. De draak zegt tot slot:  “Ik geef je een wapen mee, waarmee je alle slechte draken zult verslaan. Dat wapen is je lach. Je lach zal harten doen smelten en donkere dagen verlichten. Want  je naam is Joris en Joris is een held”.  “Kom”, vervolgt hij, “Ze wachten op je”. De kleine prins begint te lachen. Hij springt van de rug van de wijze vriendelijke draak, zijn papa, mama en zusje tegemoet.  Zijn lach klinkt nog lang na in deze prachtige nacht van 12 augustus 2008.